Stichting Huurdersraad
Hardinxveld-Giessendam
Doelgroep
Sociale Huurders
18 november 2018
Onderwerp besproken tijdens Regionale
Woonbondvergadering
Eén
van de bezoekers vond dit stukje op internet, de verbazing er
over was groot.
Is dit het hokje waar huurders worden in
geplaatst? Hoewel er een soort van realiteit in voorkomt,
is
het verbazingwekkend hoe denigrerend over huurders wordt
geschreven en gedacht.
Doelgroep Sociale Huurders
Sociale huurders zijn alleenstaand of
stellen van middelbare leeftijd en hebben het niet breed.
Doordat een deel niet meer of alleen parttime werkt, moeten ze
de eindjes aan elkaar zien te knopen met een minimumbudget.
Ze doen regelmatig een rondje met de hond of kijken televisie.
Deze groep vind je in de eenvoudige huurwoningen
in de
goedkopere randgemeenten van de middelgrote steden, zoals
Zoetermeer, Westervoort,
Vlaardingen of Capelle aan den
IJssel.
De voorzieningen in hun naoorlogse woning
zijn niet eigentijds, maar voldoen. De inrichting is sobertjes,
vaak opgeleukt
met wat schilderijtjes en kleedjes. Voor de
ramen hangt vitrage en soms staat er een goedkope auto voor de
deur.
Sociale Huurders hebben niet veel om handen. Een deel
is arbeidsongeschikt of werkt parttime, bijvoorbeeld als
schoonmaker
of in een fabriek. Er zijn ook niet veel sociale
contacten. De dagen bestaan uit het zetten van een kopje koffie,
boodschappen doen bij bijvoorbeeld Dirk of Lidl en het doen
van de afwas. Tussendoor gaat de televisie regelmatig aan
voor een favoriete soap of serie het liefst met de kat op
schoot. Ook wordt er veel naar regionale radiozenders
geluisterd.
Deze groep staat eenvoudig en ongecompliceerd in
het leven. Het is wat het is.
-
Wie zijn
ze?
-
45 tot 65
jaar
-
Getrouwd,
samenwonend of alleenstaand
-
Geen
kinderen
-
Lage
opleiding
-
Parttime
baan of werkloos
-
Beneden
modaal
-
Sociale
huur, rijtjeshuis of appartement
-
< 90 m²
-
1945 –
1989
-
Geen auto
Sociale Huurders
Gerrit (46) woont al twintig jaar in een
huurappartement in een hoge toren, op honderd meter afstand van
het station.
’s Ochtends gaat hij met de bus naar zijn werk;
hij werkt parttime in de catering bij een groot bedrijf.
‘Soms maak ik in de avonduren nog kantoren schoon, hier vlakbij.
Alles om een centje bij te verdienen.
Ik krijg gelukkig ook een paar
tegemoetkomingen, want anders zou ik het niet redden met de huur
en boodschappen.
Heel soms lukt het me om iets opzij te
zetten. Laatst begaf mijn wasmachine het en helaas kan ik
daarvoor niet bij de
woningcorporatie aankloppen. Die helpt
wel met andere onderhoudszaken! Maar goed, ik red me. Ik ben
allang blij dat ik
niet zoals mijn buurvrouw een hernia heb.
Die zit al jaren thuis en heeft alleen een bijstandsuitkering.’
Verhuisgeneigdheid
Sociale Huurders hebben een lage
verhuisgeneigdheid. Er bestaat een gat tussen de wens om te
verhuizen en de
mogelijkheid om dit ook daadwerkelijk te
doen. Een hypotheek krijgen is lastig en voor sociale
huurwoningen zijn de
wachtlijsten erg lang.
Gewenst
woonmilieu
Sociale Huurders willen – als ze verhuizen
– naar een nette buurt met grondgebonden koop- en huurwoningen.
Belangrijk vinden zij dat er voldoende voorzieningen
op loopafstand zijn. Denk bijvoorbeeld aan een buurt- of
wijkwinkelcentrum. Vanwege hun slechte levensstijl,
ouderdomsklachten of een zwaar fysiek beroep staat ook
een
wijkverpleegcentrum, apotheek en fysiotherapeut relatief
hoog op het verlanglijstje.
Ook goede bereikbaarheid
met het OV is erg belangrijk.
Woningvoorkeur
Sociale Huurders richten zich sterk op de
woning die ze kunnen krijgen. Dat is bij voorkeur een
grondgebonden woning.
Vaak accepteren ze een appartement,
omdat er daarvan in de sociale huursector meer worden
aangeboden.
-
Voorkeur voor een huurwoning waarvan meestal een appartement.
-
Huurprijs van € 400,- tot € 700,- per maand.
-
Lichte voorkeur voor nieuwbouw.
-
Type: zeer verschillend en afhankelijk van plek en budget een
klein appartement of
rijtjeswoning.
Voorkeur nieuwbouw
De Sociale Huurders hebben geen duidelijke
voorkeur voor nieuwbouw.
De argumenten vóór een
nieuwbouwwoning draaien vooral om lagere maandlasten en minder
energieën onderhoudskosten.
De afhankelijkheid van openbaar
vervoer maakt dat ze de nieuwbouwwijken in het buitengebied