Stichting Huurdersraad
Hardinxveld-Giessendam
1 augustus 2020
al bereikt hebben zijn nu nog uitgezonderd van extra huurverhoging.
koopwoning of meer gaan werken om hogere woonlasten van te betalen lukt vanwege de leeftijd niet meer.
Daarom werden senioren tot nu toe uitgezonderd van de inkomensafhankelijke huurverhoging.
Toch mag -als het aan het kabinet ligt- ook de huur van senioren straks in grote sprongen omhoog.
van de huidige huurprijs. In 2020 ging het om maximaal 5,1%. Daarnaast geldt er één inkomensgrens waarboven
hurende huishoudens 1,5% extra huurverhoging kunnen krijgen. In 2020 lag die grens op € 43.574, ongeacht
de grootte van het huishouden. Huishoudens waarin iemand de AOW-leeftijd al bereikt had waren uitgezonderd
van die extra 1,5%.
En gaat de manier waarop de jaarlijkse huurverhoging wordt berekend op de schop.
Er gaan vier verschillende inkomensgrenzen gelden. Ligt het inkomen boven een van de grenzen?
Dan volgt een jaarlijkse huurverhoging die -in de meeste gevallen- veel hoger uitpakt dan de huurverhoging
voor lagere inkomens.
tussen €45.938 en €55.000 de huur met 50 euro per maand omhoog mag. Bij een jaarinkomen boven de €55.000
is dat zelfs 100 euro per maand.
tussen €53.126 en €74.000 mag de huur straks met 50 euro per maand omhoog. Boven de €74.000 is
dat 100 euro per maand.
huurgrens (€737,14 in 2020). Ook huurders die al een huurprijs boven de sociale huurgrens betalen krijgen
dus met deze extra huurverhogingen te maken.
Bij een lager inkomen geldt dat de jaarlijkse huurverhoging een percentage van de huidige huurprijs blijft.
Wat de huurverhoging dan wordt hangt dus sterk van de huidige huurprijs én het percentage af.
In 2020 ging het om 5,1%. Voor 2021 is het percentage nog niet bekend.
op vele punten omstreden.
Op de internetconsultatie die de overheid over dit wetsvoorstel hield is dan ook massaal gereageerd.
Door de Woonbond en huurdersorganisaties, maar ook door veel individuele huurders.
Woonbond, huurders en corporaties vinden de huurverhogingsstappen te hoog.
Dat heeft het kabinet nog niet op andere gedachten kunnen brengen.
Na het zomerreces is de Tweede Kamer dus aan zet.